Een haatmisdrijf is een speciale vorm van misdrijf. Het wordt (deels) gepleegd uit holebifobie, transfobie, interseksefobie, ... Omdat haat een hele groep mensen raakt, zijn de straffen voor haatmisdrijven zwaarder. Voorbeelden van haatmisdrijven zijn:
- Aanranding: Een collega betast een trans man in de kleedkamer na roddels over zijn genderidentiteit.
- Verkrachting: Iemand dwingt een vrouw tot seks met penetratie om haar ‘te verlossen’ van haar lesbisch-zijn.
- Doodslag: Iemand doodt een jongen omdat hij denkt dat de jongen homo is.
- Belaging (“stalking”): Een familielid van een lesbienne achtervolgt en contacteert haar voortdurend omdat ze niet met een man wil trouwen.
- Opzettelijk toebrengen van lichamelijk letsel: Een trans vrouw krijgt op de bus transfobe opmerkingen en klappen.
- Brandstichting: Iemand steekt het huis van een homokoppel in brand omdat die holebiseksualiteit verderfelijk vindt.
- Beschadiging van eigendom: Buurmeisjes spuiten transfobe boodschappen met graffiti op de voordeur van een trans man.
- ...
Beledigingen zijn geen strafbaar feit. Ze kunnen wel een onderdeel zijn van intimidatie of pesten. Dat zijn wel misdrijven. Bij een misdrijf kunnen beledigingen verraden waarom iemand het misdrijf pleegde. Het is dan belangrijk dat je de beledigingen meedeelt aan de politie en dat zij exacte bewoordingen noteren. Het is trouwens ook zinvol om beledigingen apart te melden.