Video: Kreeg je soms negatieve reacties?
Eric: We hadden samen afgesproken en we gingen wandelen. Dat was al in de achterbuurten van de wijk zodat zeker niet te veel mensen het zouden kunnen zien. En er kwam een auto voorbij met een aantal oudere mannen in, eind de 20, schat ik zo. En die begonnen ons uit te horen over het hoe en waarom dat wij daar waren, of wij een koppel waren, waren wij homo’s? Wat deden wij daar? Waren wij handjes aan het vasthouden? Dus dat was heel erg confronterend en heel erg eng. Maar dat was gelukkig ook wel de enige keer dat het zo opvallend en duidelijk is geweest. Maar die heeft wel een indruk nagelaten.
Leopold: De relatie die ik heb gehad met een man gedurende bijna een jaar was van die aard dat hij weigerde om hand in hand met mij over straat te lopen, terwijl ik dat heel graag zou willen, ook om een statement te maken. Maar hij had zoiets van: dan worden we in elkaar geslagen en daar heb ik geen zin in.
Eric: Handjes vashouden was ook al meteen gedaan, dat hebben we niet meer gedaan. Dat was vragen om problemen dan. Wat dat mij een heel slecht gevoel gaf, omdat ik graag affectie toon en ook graag affectie krijg. En dat is zo een alledaagse handeling. Je ziet iedereen hand in hand rondlopen of een kus op de wang of de lippen geven.
Carlien: Gewoon door het feit dat ik kort haar heb, zijn er soms mensen die het nodig vinden om te zeggen dat ze dat lelijk vinden, zonder dat ik daarom vraag. Ik merk wel dat er als vrouw, dat er een bepaald ideaal is, een bepaalde standaard, en als je daar niet aan beantwoordt, zijn er mensen die daar aanstoot aan nemen. En dat is heel jammer, maar vooral jammer voor hen denk ik dan.
Xander: Dat is dan bij mij vooral op Instagram. Dan krijg ik op mijn stories wel vaak antwoorden als: ‘Sterf!’ of ‘Jullie soort zijn de oorzaak van alle problemen.’ Je krijg zo alle zonden van Israël in je rug.
Winne: Ik voel mij mentaal soms wel minder veilig. Ik voel mij ook soms zeer ongemakkelijk als ik ergens alleen ben.
Liff: Ik heb soms het gevoel dat ik niet echt als vrouw wordt aankeken. Dat is wel zo. Vanaf het moment dat je vertelt: ik ben transgender, ik ben als man ooit geboren geweest, dan bekijkt men jou toch wat door een andere bril.
Winne: Dan voel je jezelf gereduceerd worden tot een soort van object. Mensen die alles vragen. Mensen generen zich niet om de meest intieme vragen te stellen. Het is alsof transgender zijn een ticket is om de meest intieme vragen te stellen, de meest onnozele vragen te stellen, alsof dat dat allemaal gerechtvaardigd is.
Xander: Ondertussen probeer ik me dat niet zo te laten raken. Maar ik heb er wel moeite voor moeten en ik moet er nog altijd moeite voor doen. Ik ga daar niet om liegen. Dat is nog altijd heel vervelend om te beseffen dat zoiets zo’n reactie kan losmaken bij sommige mensen.
Eric: Dat is een heel erg onzeker en ongemakkelijk gevoel. Dat je eigenlijk ooit al hebt weggestoken, dat nu terug naar boven wordt gehaald. Ik doe wat ik wil, ik doe niemand kwaad. Ik doe niemand onrecht aan. Dat is dan de nieuwe ingesteldheid gewoon. Je gaat dan van daar verder. Maar dat is wel voorafgegaan door een donkere en onzekere periode.
Video: Vertel je aan anderen dat je LGBT+ bent?
Xander: Ik ben eigenlijk opgegroeid in een heel extreem-rechtse thuissituatie, waardoor dat ik gewoon heel vaak met homofobie, racisme, seksisme geconfronteerd werd. Dat zorgde ervoor dat je constant een beetje in een angstklimaat leeft. Zeker niet-hetero zijnde.
Eric: Ik had gehoopt dat dat relatief goed ontvangen zou worden door hun eigen achtergrond en dat was jammer genoeg niet zo. Papa was ervan overtuigd dat dat een moeilijke ‘keuze’ was die ik gemaakt had. Ik denk bij mama dat het eerder iets religieus was en misconcepties van wat het eigenlijk wou zeggen om homoseksueel te zijn. En dat heeft toch wel even geduurd vooraleer die plooien glad gestreken konden worden. Maar uiteindelijk is dat wel gelukt. Maar dat is wel een proces geweest.
Uwi: Mijn ouders hebben daar geen probleem van gemaakt, die zijn daar heel normaal mee omgegaan. Dat was een opluchting dat dat kon. Dat dat geen stempel op mijn hoofd was van ‘jij bent anders’.
Robin: Die coming out is heel bruusk verlopen voor mij, heel plots en heel snel in de zin dat dat zo precies een pot was die aan het koken was onder een zwaar deksel. Dat dat heel lang daar zat en dat ik dat op één dag gewoon, plots heb verteld aan iemand en dat er heb afgenomen, en dan plots aan iedereen omdat ik bij die ene persoon gemerkt had van ah oké, dat gaat eigenlijk wel...
Liff: Het was een beetje met lood in mijn schoenen, maar van de andere kant ben ik er wel mee naar buiten getreden vanaf het moment dat ik eigenlijk heel zeker bij mezelf was: zo is het.
Janne: Ik vind niet dat je altijd en overal uit de kast moet komen. Als je je daar goed bij voelt, oké, maar voor mij persoonlijk moet dat niet. Want ik ben meer dan enkel mijn geaardheid. Ik ben gewoon Janne. En als wij iets gaan doen of elkaar ergens ontmoeten waar dat er totaal niet toe doet, dan vind ik niet dat dat nodig is.
Eric: Voor zover dat ik weet, ben ik uit de kast bij iedereen in mijn omgeving, behalve bij mijn grootouders. Ik zie die uiteraard immens graag en ik zou het mijzelf niet willen aandoen mocht hun reactie daar negatief op zijn, om dat nog te moeten verwerken.
Leopold: "We moeten vaker dan één keer uit de kast komen. Het is niet zo dat als je dat op je 13de of 14de verteld hebt, dat het dan over is. Dat is niet zo want je krijgt een job en je moet dat niet, maar vaak wordt dat wel onderdeel van een gesprek. Je komt vaker in je leven uit de kast en je wordt telkens op zo'n moment toch wel geconfronteerd met die zorg: word ik wel of niet geaccepteerd? Ja.
Xander: Aan de andere kant is dat gewoon jammer dat dat nog altijd een ding is: dat als je niet de gangbare seksuele voorkeur hebt, dan word je verwacht dat te zeggen aan iedereen... Ja.
Video: Wat betekent gender voor jou?
Robin: Ik heb nooit gesnapt wat het betekent om te zeggen ‘ik heb mij altijd een jongen gevoeld’. Ik weet nog altijd niet of ik mij een jongen voel of een meisje. Voor mij betekenen die woorden niet zoveel.
Ik heb mezelf nooit gehaat. Ik weet gewoon dat ik om één of andere reden gewoon zo gelukkig werd als ik mij kon verkleden in een jongen en als sommige mensen misschien echt dachten dat ik een jongen was.
Senne: Ik ben op zoek gegaan via youtube, via tumblr, via vanalles, naar filmpjes, mensen die zich ook voelden zoals mij. Dan ben ik heel toevallig een trans persoon tegengekomen in het zesde middelbaar die in mijn klas zat. Dan was dat eigenlijk bijna een spiegel: ah wow, ik voel mij ook zo. Eigenlijk ja, heeft die jongen mij het licht gebracht rond wie ik was.
Carlien: Ik heb de indruk soms dat ik niet vrouwelijk genoeg ben voor sommige mensen, maar ik heb daar eigenlijk steeds minder moeite mee. Ook gewoon door omringt te zijn door zoveel diverse queer mensen die elk op hun manier zo mooi zijn, en zo zijn wat dat ze zijn. Ik vind mezelf ook niet per se heel vrouwelijk, dus dat is ook niet een label of een ideaal dat ik nastreef.
Liv: Als mijn transitie volledig achter de rug is, dan vind ik het niet meer nodig om nog aan te halen dat ik ooit man ben geweest, dat ik transgender ben. Ik ben trouwens een vrouw.
Robin: Ergens denk ik, in het begin, dat ik dat heel moeilijk vond om me met het concept van ‘trans man’ te identificeren. Veel van wat ik terugvond over trans mannen was zo heel machocultuur, echt zo mannen die wilden bewijzen dat ze mannen waren, en ik voelde me daar helemaal niet in thuis. En daarom spreekt die term ‘non-binair’ me veel meer aan, omdat ik zelf niet de druk wil voelen om me nu helemaal te moeten conformeren aan alle mannelijke stereotypen.
Uwi: Non-binair zijn betekent voor mij dat ik me niet helemaal thuis voel in 'vrouw zijn'. Dat ik ook zeker geen man wil zijn, maar vooral dat ik het niet graag heb als mensen me met heel typisch vrouwelijke voornaamwoorden aanspreken. En het liefst van al wel word ik redelijk neutraal aangesproken.
Robin: ‘Ik weet ook nog altijd niet hoe dat dat komt, maar ik merk dat nu ik door meer mensen eerder als een jongen of als een man wordt gezien, dat dat mij altijd blij maakt en dat ik beter in mijn vel ben, maar of dat nu betekent dat ik mij eigenlijk een jongen voel vanbinnen, dat weet ik niet goed.
Liv: De transitie is een periode in mijn leven geweest, net zoals een depressie een periode in mijn leven geweest is. Dus dat is een stempel die mij niet definieert.
Robin: Er is zo’n woord, in de plaats van ‘genderdysforie’: ‘gendereuforie’. Dat je vanuit een verlangen en vanuit een zin om die bepaalde veranderingen te zien gebeuren in jezelf kiest om een transitie te doen, en niet vanuit een zelfhaat. Ja.
Video: Wat doe jij als je je slecht voelt?
Uwi: Ik was niet echt suïcidaal, maar ik deed aan automutilatie. En dat was voor mij mijn Go To om een soort van relief te hebben en mij heel kort beter te voelen.
Carlien: Heel veel dingen samen hebben er dan voor gezorgd dat in mijn hoofd plots… De manier om te bewijzen aan mezelf dat ik iets waard was, was toen gewoon seks hebben met heel veel mensen.
Xander: Ik heb enorm veel dingen geprobeerd om te verdoven. Ik zit er ook niet per se mee in om dat toe te geven. Ja, ik heb wel wat door mijn neus en mond gejaagd.
Uwi: Achteraf is alles nog erger. Dus gelukkig doe ik dat nu niet meer en heb ik geleerd op andere manieren een uitlaatklep te vinden om mijn gedachten te kunnen omvormen naar ‘ik hoor hier wel’ en ‘morgen gaat het gewoon echt een nieuwe dag zijn’.
Xander: Dan heb ik op een moment ook wel gezegd van ‘nu moet ik stoppen’.
Senne: Coping is iets, een ingebouwd mechanisme in de zin van ‘ah ik voel me slecht, oké ik ga drinken en het gaat opgelost zijn. Op dat moment denk je dat, ook al weet je in je achterhoofd dat dat niet de oplossing is. En dan moet je de kracht vinden om dat plan daarbij te nemen: Wat kan ik nu eigenlijk wel doen zonder dat ik nu ga drinken, zodat ik me misschien wel beter voel.
Uwi: “Ik heb wel geleerd dat wenen oké is, en dat dat echt een opluchting kan zijn. In publiek of in de douche of in bed, of… Maar iedereen mag wenen want da’s echt een opluchting.”
Carlien: “Bewegen helpt me ook wel, sport en drummen. Omdat dat heel fysieke dingen zijn waarbij je efkes zo gefocust bent op wat je lichaam allemaal kan. En ik ben eind vorige maand ook met mindfulness begonnen. Dat klinkt zo heel zweverig en ik wou dat echt niet doen, en iedereen zei “ge moet dat doen, dat gaat u echt helpen!”. Die mindfulness zorgt ervoor dat ik meer stilsta bij mezelf, en dat ook toelaat om daarbij stil te staan. En ook al die negatieve dingen die ik nog altijd heel vaak gewoon onder een mat wil schuiven, om dat toe te laten en te kijken “dat is het, oké, en wat ga ik hier nu mee doen?
Eric: Koken helpt. Gaan feesten helpt. Soms eens gewoon netflix opzetten en een serie bingewatchen en eens goed wenen kan ook helpen. Dat zijn toch wel mijn typische tools om daarmee om te gaan.
Uwi: Ik weet dat rust en kalmte helpen voor mij. Een deel van mijn slecht voelen is heel vaak angstig voelen. Dan naar buiten gaan en mensen ontmoeten zijn te veel prikkels. Ik probeer ook mijn omgeving uit te leggen van ‘haal mij niet uit mijn huis, zeg niet dat we leuke dingen moeten gaan doen’, want dat zijn net prikkels die me achteraf nog angstiger maken en dan zijn we verder van huis dan dat ik gewoon die dag me op mijn gemak hou.
Eric: De gedachten die mij er het meeste door helpen zijn eigenlijk de herinneringen die ik heb aan de mooie momenten. Ik ben er ook van overtuigd dat herinneringen één van de meest waardevolle dingen zijn die je kan verzamelen. Dus die gebruik ik dan ook actief, om daaruit te komen.
Xander: Er wordt vaak van drugs gezegd dat het perspectieven opent, maar ik denk dat nuchter naar ‘t leven kijken, en kunnen nuchter van ‘t leven genieten eigenlijk het mooiste perspectief is dat je kan hebben.
Video: Wanneer heb je hulp nodig?
Carlien: Je wordt een beetje… in Vlaanderen toch, of bij ons thuis was het toch van: ja, zet u erover, we praten er niet over, gewoon kop omhoog en verder doen. Ik denk dat er een heel taboe nog hangt rond psychologische hulp, dat je ik weet niet welke mentale aandoening moet hebben voor dat dat oké is. Dat is een stigma dat er echt af moet, want ik denk dat er heel veel mensen zich veel beter zouden voelen als ze gewoon kunnen praten met iemand.
Xander: Ondertussen heb ik wel het nut en de waarde van professionele hulpverlening heel hard ingezien. En dat ook echt leren naar waarde schatten.
Uwi: In therapie gaan was voor mezelf vooral leren accepteren wie ik ben, en ook zien dat de problemen waar je op een dag mee struggled, dat dat vaak onderliggende oorzaken heeft; Dat dat niet per se is dat je slecht gezind bent om iets dat die dag gebeurd is, maar dat dat een opstapeling is van gevoelens of emoties die je al heel lang met je meesleept. En die leren herkennen en daarop kunnen inspelen, daar heeft therapie mij echt wel bij geholpen.
Senne: Ik heb in tussentijd zoiets van een 9 psychologen gehad, en waarom is dat? Omdat er een klik moet zijn met die persoon, misschien heb je specifieke eisen, ik wou echt geen man, ik heb dat één keer gedaan en dat was een ramp, ik betaalde bij wijze van spreken voor daar gewoon te zitten en te zwijgen, dat was echt niet oké. En ik heb dan gelukkig het verstand gehad om steeds verder op zoek te gaan.
Liff: Blijf er niet mee zitten, zoals ik. Want zoveel jaar later heb ik eigenlijk wel spijt dat ik op latere leeftijd eigenlijk pas de stap heb gezet.
Winne: Als ik nu jong zou zijn, zou ik NU mijn stap gezet hebben op mijn 17-18 jaar, daar ben ik 100% zeker van. In mijn tijd kon je die stap niet zetten, of het bestond niet. We hebben systemen van hulp: zoek die hulp. Je hebt zeer laagdrempelige systemen zoals het Transgender Infopunt, gebruik dat.
Carlien: Nu heb ik zo de afspraak met mijzelf om te blijven gaan, no matter what, al is dat één keer in de maand, gewoon als vorm van zorgen voor mijzelf. Zelfs al gaat het goed, ik weet gewoon, het gevoel als je denkt dat het goed gaat met je, dat is zo’n tof gevoel, want je denkt ‘yes’, dat gaat even goed, maar voor mij persoonlijk is dat ook het punt waarop ik begin te negeren dat er dingen nog altijd niet oké zijn.
Janne: Vaak is er zo het idee van ‘ja maar er zijn nog mensen die het veel erger hebben dan ik’, en oké ja, dat kan goed zijn, er zal misschien altijd wel iemand zijn die het erger heeft, maar dat wil niet zeggen dat jij niet geholpen moet worden of dat jij geen recht hebt op hulp.
Video: Jezelf aanvaarden als LGBT+ persoon
Janne: Toen ik een vermoeden had dat ik misschien wel op meisjes zou kunnen vallen, dan dacht ik: ‘nee dat kan niet, dat is niet waar, dat mag niet’.
Leopold: 20-25 jaar geleden ongeveer heb ik gemerkt dat ik ‘anders’ ben. Anders in de zin dat ik gehuwd was, 3 kinderen heb, en merkte dat ik behalve nog steeds verliefd was op mijn echtgenote, ook op mannen kon… me aangetrokken voelde tot mannen. Ik was daar niet blij mee op dat moment. Omdat dan al mijn verwachtingen van mijn leven, en de toekomst en mijn gezin in duigen vielen.
Senne: Er is een verschil tussen bewustwording van ‘ik ben trans’, of die gevoelens dat je voelt en zo, en dan is er nog een heel lang stuk tussen de bewustwording en de aanvaarding zelf. Het heeft heel lang geduurd tegen dat ik kon zeggen tegen mijzelf in de spiegel: kijk Senne, jij bent trans.
Liff: Het moeilijkste aan de transitie vond ik het aanvaarden dat je transgender bent, en wat dat uw pad gaat worden dat je moet afleggen om te worden wie je bent
Senne: Je zit eigenlijk met die eigenhaat, van ‘ik wil niet trans zijn’, ik bedoel, wie wilt er nu trans zijn? Dan is het kiezen he: Ga ik verder naar wie ik ben, of ga ik mijn kist bestellen? En dan heb ik gelukkig gekozen voor mijzelf, ben ik daar toch in verder gegaan en heb ik hulp gezocht.
Liff: Het gaat niet zozeer om al die lichamelijke veranderingen, het gaat eigenlijk vooral om uzelf te kunnen zijn. Ik ben altijd mijzelf geweest, maar omdat men u anders bekijkt omdat je een ander lichaam hebt, is dat lichamelijke belangrijk. Maar het is eigenlijk maar een middel om het doel te bereiken, en dat is jezelf zijn.
Leopold: Uiteindelijk heeft dat geleid tot een aantal heftige huwelijksjaren, een strijd met mezelf, het wegduwen gedurende vele jaren van die ontdekking. Ja na vele jaren heeft dat uiteindelijk geleid tot een scheiding, en ben ik op mijn eigen gaan wonen. In die periode heb ik ook geaccepteerd dat ik ben wie ik ben.
Uwi: Toen vroeger mij iemand kwetste door LGBT te zijn in vraag te trekken, dan voelt dat een beetje als iemand die zegt dat je niet bestaat. En door de jaren heen heb ik wel geleerd dat je wel bestaat. Dat hoe dat je u uit of hoe dat je u voelt of op wie dat je verliefd wordt, dat dat er wel toe doet, dat er meer is dan enkel hetero zijn, of enkel cisgender zijn.
Robin: Als ik mij even meer onzeker voel of als ik mij droeviger voel probeer ik zo die gedachte te herhalen in mij zelf: Er zijn echt niet veel mensen in de wereld die zouden durven die stap te zetten. Je hebt het gedaan en het is goed gekomen, dus wees trots. Dat is bijvoorbeeld een manier waarop ik dat trans zijn, dat er altijd zal zijn, probeer om te bouwen naar iets waarmee ik mijzelf net krachtiger kan maken, eerder dan een outsider die een geheim heeft of zo.
Video: Voel je je thuis binnen de LGBT+ gemeenschap?
Carlien: De mensen die ik heb leren kennen zijn gewoon allemaal zo lief en open en die dragen super goed zorg voor elkaar… Ja, die accepteren mij gewoon gelijk ik ben, en ik denk dat dat het allerbelangrijkste is om je goed te voelen over jezelf. En als je dan ouders hebt die kritiek hebben, of je past niet bij de mensen op school of weet ik veel wat, dan is zo’n groep mensen die je gewoon accepteren zoals je bent, met alle rare kantjes en hoekjes… Da’s super belangrijk voor mij geweest, en nog altijd.
Leopold: Ik ben doordat ik biseksueel ben in een gemeenschap terecht gekomen, de bi-gemeenschap, met mensen die heel open staan ten opzichte van anderen, vaak ook omdat ze zelf een gevecht hebben moeten voeren, vaak omdat ze anders zijn dan de norm, en zelfs nog anders dan de homo-norm, bij wijze van spreken, waardoor je terecht komt in een wereld die mij zoveel positieve energie geeft, dat ik bijna zou zeggen: mensen wordt allemaal bi, want het kan er alleen maar beter op worden.
Eric: De LGBT community was in het begin heel erg intimiderend, door gewoon de extraverte aard van de gemeenschap. En dat is gewoon lijnrecht tegenover mijn eigen persoonlijkheid, ik ben heel erg verlegen en introvert, dus ik zag mezelf daar gewoon niet binnen functioneren, want zo ben ik niet.
Robin: Er zijn zoveel groepen waar je ook zonder enige drempel gewoon kunt binnenwandelen, en al is het maar om gewoon te zitten en te luisteren naar anderen, dat kan volledig anoniem, maar gewoon aanvaarden dat je met iets aan het worstelen bent, is al één stap. Voor mij was het ook door iemand te ontmoeten die trans is, dat ik dacht: oh my god, dit is het, dit is wat ik wil!
Eric: ik vind het… misschien geen ‘probleem’ om een partner te vinden, maar het is wel moeilijk, vooral door de manier waarop wij elkaar moeten leren kennen. Hetero’s zijn de norm, voor ons heb ik het gevoel dat wij bijna noodzakelijk op die apps moeten terugvallen, want niet iedereen loopt rond met ‘single’ of ‘gay’ of ‘biseksueel’. Dus dat is toch wel een extra uitdaging waar wij nog rekening mee moeten houden.
Xander: Ik heb nog nooit in een netwerk van mensen gezeten dat zo open stond voor iedereen. De opvattingen in de mainstream over mentale problemen, da’s nog altijd wel vrij stigmatiserend, en ik heb het gevoel dat binnen dat stukje van de samenleving, ons eigen warme nest, dat dat vrij normaal is om daarmee naar buiten te komen. Dat er niemand te bekakt is om toe te geven: ik heb een mentaal probleem, en da’s gewoon deel van wie ik ben, en dat dat aanvaard wordt.
Video: Wat als je het niet meer ziet zitten?
Liff: Op een bepaald moment in die depressie waren er momenten dat ik het echt totaal niet meer zag zitten, dat je zo ver in dat zwart gat zit, dat niets eigenlijk nog de moeite lijkt om door te gaan met leven.
Carlien: Op mijn allerslechtste momenten, dan begint er zo een radertje in mijn hoofd te gaan, en dat zegt dat tegen mezelf: ‘Iedereen zou beter af zijn als je er niet meer bent. Je bent een last voor iedereen.’ Dat gaat dan zo….
Xander: Soms zijn er momenten waarop dat het leven een zodanig harde strijd om te leven geworden is, dat ik af en toe wel durf ingeven aan de gedachte van: Waarom is het eigenlijk allemaal nog de moeite? Waarom zou ik nog mijn best doen als ik er ook heel snel vanaf kan zijn.
Carlien: Ik heb wel geleerd ondertussen dat dat gedachten zijn, dat zijn maar gedachten en je hebt ook heel veel andere gedachten die in je hoofd aanwezig zijn. En je kunt jezelf leren om meer te focussen op die positieve dingen.
Robin: Op een bepaald punt heb ik denk ik voor mijzelf moeten besluiten: ofwel laat ik dit verder escaleren, en ik weet niet waar dit kan eindigen maar het kan heel slecht eindigen, ofwel moet ik gewoon echt dringend met iemand praten, en zeggen dat er iets moet veranderen. En toen is dat echt heel snel, gewoon door erover te praten, zoveel beter geworden.
Winne: Het is zonde dat het zo ver verglijdt dat je met zelfmoordgedachten zit. Er is zoveel hulp voor handen, er zijn zoveel systemen voor handen: Gebruik ze.
Xander: De laatste tijd is het wel beter met echt indringende zelfmoordgedachten. Deels door therapie en medicatie, maar deels ook door er zelf op een goede en gezonde manier mee om te gaan. Er is altijd ergens wel een reden om te leven. Je moet hem gewoon vinden.
Video: Hoe zorg je voor jezelf tijdens een transitie?
Robin: Eigenlijk de eerste stap daar naartoe was voor mij dat ik eigenlijk al besloten had: Oké ik wil met hormonen beginnen, en de meest logische stap is om naar het UZ te gaan, naar het gendercentrum. Dan heb ik daar naar gebeld, maar er was een vrij lange wachttijd tussen bellen en eindelijk naar daar kunnen gaan.
Senne: Dan heb je eindelijk de moed opgeraapt om hulp te zoeken, en dan is het bam, de deur valt toe. Dan is het van: ‘Sorry, we willen je wel helpen, maar het lukt niet’. Op dat moment heb je echt geen boodschap daaraan.
Winne: Mentaal was ik klaar om aan iedereen te zeggen dat ik ‘mevrouw’ was, maar er waren een aantal praktische punten waardoor dat dat zeer… Je bent mentaal klaar, maar het gaat nog niet. En dan heb je echt een soort van ankerpunten nodig waaraan je je ophangt, om te kunnen zeggen: We gaan vooruit.
Senne: Eigenlijk is het heel fijn als je hele kleine doelen kan stellen: dat ik bijvoorbeeld een keer goed ging gaan eten met een vriendin, een keer naar de cinema geweest… Gewoon leuke momenten inplannen, dat dat eigenlijk een beetje de sleur van de depressiviteit kan opvangen. Op dat moment kan je even denken aan iets anders, zonder dat je je weer zo slecht moet voelen.
Winne: Dat was het feit dat ik vrouwenondergoed aandeed, dat zag niemand, dat was onder mijn kledij. Vanaf het moment dat ik naar de psychotherapeute ging heb ik mij vrouwenlaarzen gekocht, weliswaar met een platte hak. En dan deed ik mijn lange broek daarover aan, maar ik had dan iets vrouwelijk voor mij.
Liff: Die negatieve stemming, die komt dan soms wel eens terug, en die kan wel een paar dagen aanhouden, maar ik weet: daarna zie ik het toch weer allemaal anders, dit is maar tijdelijk. Ik denk dan ook terug aan hoe goed ik mij ook al gevoeld heb sinds dat ik in transitie ben gegaan.
Senne: Je moet weten dat het trans-aspect maar een heel klein deeltje is van je identiteit in het algemeen. Nu sta ik hier, ik ben een zelfverzekerde jongen, maar ik was ooit zo niet. En die transitie heeft mij wel een duwtje in de rug gegeven, maar dat was niet alles.
Robin: Het meest behulpzame was eigenlijk echt internet, en verhalen vinden van andere mensen die een transitie hebben gedaan. Ik dacht: ‘Ja maar ja, ik ga er toch altijd als een soort van mislukte jongen uitzien, dus dat heeft geen zin om eraan te beginnen’, en door dan echt filmpjes te zien van mensen die echt veranderen en er super gelukkig en zelfzeker uitzagen… Dat heeft mij dan de mogelijkheid, of de kracht, gegeven om daarover te beginnen praten met andere mensen, en dat ook voor mijzelf te omarmen als iets dat eigenlijk helemaal geen probleem hoeft te zijn, maar gewoon een deel van mijn leven uitmaakt.
Liff: Ik ben gelukkig nu, ja. Dat kan ik zeker zeggen. Ik was daarvoor ook al gelukkig, maar ik voelde mij niet goed in mijn vel, maar nu ben ik nog veel gelukkiger. Ja, zeker weten.
Video: Ouders van een transgender kind aan het woord
Beni: Wij zijn eigenlijk van kinds af aan geconfronteerd geweest met het feit dat één van de twee wellicht anders was dan de andere. Waar we in het begin iets hadden van: Ja, hij zal wellicht homo zijn… Maar dan op een bepaald moment komt het toch naar voor dat er meer is dan alleen maar die gevoelens van homo-zijn
Anja: Die gaf altijd aan: ‘Ik ben een meisje’. Gewoon in familie situaties, de grootmoeder die soms zei: ‘wat ben jij nu, een meisje of een jongen?’, dan zei die altijd fier: ‘ik ben een meisje!’ Die moest daar niet over nadenken, die moest daar geen keuze over maken, die voelde zich gewoon al een meisje vanaf dat die geboren is.
Ik was zwanger en mijn grootste droom was om zwanger te worden van een tweeling. Dan heb ik van in het begin gezegd: ‘ah, ik wil twee jongens’. Ik wil geen meisjes, met die tierelantijnen en strikjes, en dan had ik echt zoiets van: oh my god, ik heb dat altijd tegen mijzelf gezegd, dat gaat daar iets mee te maken hebben… Wat echt absurd is, want dat heeft daar niets mee te maken, maar op dat moment dacht ik ook na van: Heb ik iets verkeerd gedaan in mijn zwangerschap? Is dat door die gedachten dat dat zo gegaan is?
Beni: Wij hebben altijd, als mama en papa, zoiets gehad van: we gaan onze kinderen opvoeden in een sfeer van: alles kan en mag gezegd worden, als het maar op een correcte en beleefde en beargumenteerde manier is. Vandaar dat er eigenlijk een situatie en sfeer was binnen ons gezin dat alles bespreekbaar was.
Anja: Luisteren is iets van het belangrijkste dat er bestaat voor een persoon.
Beni: Hij zij zat ook op de balletschool op internaat, dus die kwam eigenlijk alleen in het weekend naar huis, waardoor het weekend bijna volledig in het teken stond van het transgender zijn van haarzelf. Op bepaalde momenten hebben we moeten zeggen ‘nu gaan we daar even over stoppen’, want de broer was daar ook nog en die moest ook aandacht krijgen. We moesten er eigenlijk voor zorgen dat het niet heel onze gezinssituatie beheerste.
Anja: Zij vragen eigenlijk niet veel van hun ouders, zij vragen alleen maar: luister gewoon naar mij, want zij willen hun ouders soms ook heel hard sparen, omdat zij weten van: ik doe die verdriet aan, en het is anders dan de anderen, en het is moeilijk, en het gaat altijd om mij, en het is altijd wel iets…
Beni: En ook heb ik persoonlijk toch proberen doen: haar altijd te beschouwen als een ‘normaal’ kind, en niets als een transgender kind. Altijd ook als er iets gebeurde, ook wel nadenken: hoe zou ik nu reageren als mijn trans dochter, of trans kind, een geboren meisje had geweest?
Anja: Ik weet nog heel goed, toen wij vertrokken, die middag naar het ziekenhuis: Beni en ik zaten ik weet niet hoe stil in de auto, en zij voelde zich zo happy, en was zo blij. Die kwam op de kamer en dat was alsof die op een hotelkamer kwam, die begon haar valies leeg te maken, en Beni en ik zaten er bij als een geslagen hond.
Beni: Maar dat was natuurlijk hetgene waar ze al 18 jaar op had gewacht, en dan was die dag daar. En toen was dat inderdaad… Voor haar moest dat de gelukkigste dag van haar leven worden. Zij dacht dat ze zich 100% vrouwelijker nog ging voelen, maar dat was niet, want zij voelde zich al 100% vrouw, meisje. Dus dat heeft ze volledig onderschat. Maar sinds het moment dat ze dat aanvaard heeft, dat ze dat proces door is, is ze ook veel gelukkiger geworden.
Anja: Het zwaarste is als uw kind gepest wordt. Dat is het allerzwaarste vind ik persoonlijk. Dat is echt een attack op uzelf. Ze heel verdrietig zien… Dan sta je echt wel, vind ik, als ouder er machteloos tegen.
Beni: De periode voordat onze dochter…een jongen was, die vergeet ik niet. Wil ik niet vergeten, en voelde ik mij op een bepaalde moment zelfs schuldig, vandaar dat ik het zeer moeilijk had met de naamsverandering, omdat ik anders het gevoel kreeg dat ik mijn zoon aan het verloochenen was, die er niet meer was, alsof het een rouwproces is.
Anja: Voor mij krijg ik een heel warm gevoel als ik haar nu zie en als ze gezegd krijgt dat ze transgender is, dat ze een trans vrouw is. Omdat ik weet dat dat zo een inspanning gevraagd heeft voor haar, dat ze dat nu gewoon gezegd kan krijgen.
Beni: En gelukkig zijn we nu bijna 20 jaar later, en kunnen we zeggen dat ons kind wel gelukkig is. En succesvol.
Video: Ouders van een holebi kind aan het woord
Tina: Ik ben Tina, getrouwd met Patrick, wij hebben 2 kinderen, een zoon van 18 en een dochter van 14, en Mats is dus onze homozoon.
Patrick: Ik had een vermoeden vanaf zijn 8 jaar dat het zo was. Je ziet dat uw kind worstelt met zijn gevoelens, en je staat machteloos… Echt waar, dat was voor mij een steek door het hart. En dan is die moment daar dat hij uit de kast komt, en dat was voor ons een opluchting, voor hem een opluchting, dat was magnifiek, echt waar.
Tina: Hij wist dat wij niet tegen het holebi zijn zouden zijn, dat dat zeker een plaats kon hebben in ons gezin, maar hij was vooral bang om ons als ouders teleur te stellen, omdat hij ook voelt: ouders hebben meestal een idee van het leven van hun kinderen, meestal is dat het huisje-boompje-beestje, het traditionele patroon, en hij voelde aan van: ik ga dat traditionele patroon hier breken. Hij wilde absoluut niet ons teleurstellen, en dat deed wel pijn, want hij stelt ons absoluut niet teleur, wij willen alleen maar dat hij gelukkig is, hoe dan ook.
Patrick: Ik zeg altijd: het is geen ziekte, het is een gevoel. En dat is wel belangrijk, dat mensen leren inzien dat kinderen geboren worden met dat gevoel. En de ene uit zich vroeg, en de andere uit zich later, maar het is belangrijk dat ze zich kunnen uiten, en dat het aanvaard wordt. Dat is heel belangrijk, echt waar.
Tina: Het is o zo belangrijk om als ouder ook te outen, en er voor open te staan, het te delen met andere mensen, ook al heb je soms rare reacties.
Patrick: elk jaar proberen wij naar de gay pride te gaan. Ik als papa loop daar tussen met een plaatje rond mij van ‘Mijn zoon is gay, so what?’, en de reacties die je krijgt van mensen die je nog nooit gezien hebt… Die eerste keer, die eerste knuffel heb ik gewoon geweend, gewoon omdat… die spontane liefde die die persoon mij… Ik kende die jongen niet, en die omhelsde mij, en die gaf mij zo een warm en dankbaar gevoel: ‘Meneer, u bent een echte papa’. Daarom doe ik het.
Ik kom uit een generatie waarin alles nog werd achtergehouden, dat er niet veel over gepraat werd, en ik had daar ook mijn bedenkingen over bij het feit van: ‘ja, wat is dat voor iets’, en ‘ik zou dat niet graag meemaken’. Het is ons ook overkomen dat mijn zoon zich heeft geuit, en ik zie het als een verrijking.
Video: Tips aan ouders
Janne: De ideale reactie van ouders, ik denk dat dat heel persoonlijk is en dat dat voor iedereen anders is, maar ik denk vooral: dat ze gewoon er zijn, en steun geven, en dat die tonen dat ze nog altijd gewoon dezelfde persoon zijn, en dat het voor hen niet uitmaakt op wie ze vallen of hoe ze zijn.
Patrick: Je moet ze niet gaan pushen, zeker niet. Je moet ze niet gaan overweldigen met vragen, laat ze naar u toe komen, laat zij hun verhaal doen, want ze hebben zoveel gewicht gedragen, en laat ze stap voor stap tot bij u komen.
Senne: Probeer je kind zo wat ruimte te geven: Wil het iets vertellen? Super. Wil het iets kleins vertellen? Wil het er niet op verder gaan, dan laat je dat maar, dan is het misschien voor een ander afwasmomentje. Maar dat je vooral ruimte laat tot stilte.
Robin: Tegen ouders zou ik zeggen dat het gewoon niet te onderschatten is hoe moeilijk het is om als trans persoon voor iedereen degene te moeten zijn die altijd maar de vragen beantwoordt en de informatie geeft. Dat is niet alleen vermoeiend om altijd maar die vragen te moeten beantwoorden, maar dat dat ook psychologisch heel zwaar is, omdat die vragen vaak vertrekken vanuit de veronderstelling dat het toch ergens… Dat dat transgender zijn maar iets bizar is, of dat dat niet echt kan om van geslacht te veranderen. En dat die vragen daardoor ook voor jezelf als trans persoon ook altijd weer terug komen. Doe zelf de moeite om dingen op te zoeken, en neem uw tijd om die informatie te verwerken, en als je vragen hebt, neem je tijd ook om de antwoorden daarop op te zoeken, en pas dan een gesprek aan te gaan.
Senne: Als je met een volledig gezin kunt in begeleiding gaan, en op zoek gaan naar: Wat is nu eigenlijk het optimaalste, waarin hebben we onderling proberen en hoe kunnen we dat nu oplossen? Ik ga je zeggen dat dat een wereld van verschil kan maken. Ik heb mij er slecht over gevoeld, wat gaat dat dan geweest zijn voor mijn ouders, mijn broer, mijn vrienden? Die hebben ook afscheid genomen van Sanne, en toen kwam er ineens een jongen. En dan is dat niet abnormaal dat het super lastig is als ouder, en je moet je daar ook niet over schamen, komaan, wie kan dat wel aan? Dus please, gewoon in het positieve aan alles, voor jezelf, voor je kind, voor je omgeving: probeer zelf ook in begeleiding te gaan, ook al is dat maar gewoon gaan praten met andere ouders
Tina: Ga ook op zoek naar bijvoorbeeld een praatgroep, of ouders waarmee je het kan delen, waaraan je eens vragen kan stellen hoe zij er mee omgegaan zijn. Blijf er zeker niet alleen mee zitten.