Als ouder van een LGBTI+ kind kan je ook last hebben van negatieve reacties. Bijvoorbeeld een andere ouder die hun kind tegen jouw kind opzet, of een kennis die plots niets meer vraagt over je kind nadat die te weten kwam dat je kind LGBTI+ is. Wanneer een kind zich niet altijd gedraagt zoals verwacht, merk je dat mensen hier soms een mening over hebben. Soms hebben mensen ook wat meer tijd en duiding nodig vooraleer begrip te kunnen tonen.
Ouders willen hun kind graag zo goed mogelijk opvoeden, terwijl perfecte ouders niet bestaan. Als ouder kan je ook twijfelen of wat je doet nu het beste is voor je kind. Als iemand dan een (voor)oordeel heeft over je kind of over je opvoedingsstijl, kan je je aangevallen voelen. Het is voor ouders niet fijn als ze verantwoording moeten afleggen voor de opvoedingskeuzes die ze maken. Opkomen voor je kind en voor je opvoedingskeuzes, vraagt moed. Hoe je op vragen, feedback of kritiek reageert, is afhankelijk van wie deze geeft en op welk moment:
-
Heb je de energie en de mogelijkheid om hier dieper op in te gaan? Dan kan je de andere persoon bevragen waar deze uitspraak vandaan komt (misschien was het uit bezorgdheid, onbegrip, nieuwsgierigheid, ...), begrip tonen voor hun mening, maar ook vertellen hoe deze bij jou binnenkomt. Als het moment niet gepast is, kan je vragen om op een ander moment tijd te maken om dit te bespreken. Wanneer de ander meer openheid toont, kan je deze ook verwijzen naar informatie over het transgender-, intersekse- of holebithema. Het kan misschien helpen om een brochure voor ouders mee te geven, of de website Lumi.be door te sturen.
-
Wanneer je hier minder energie in wil steken, bijvoorbeeld als je de persoon minder goed kent of dit gesprek al meermaals gevoerd hebt, kan je ook kort reageren door te benoemen dat de ander deze mening mag hebben maar toch aangeven dat jij een andere mening hebt. Je kan het eens zijn om het oneens te zijn, zonder je te verantwoorden.
Het is ook goed om zelf na te gaan waarom andere mensen kritiek (zouden kunnen) geven. Zo ben je hier op voorbereid en kan je dit op het moment zelf beter relativeren.
Mijn broer kan soms pittig uit de hoek komen over ‘janetten’ en ‘travestieten’. Toen hij bij ons kwam eten, heb ik hem op een gegeven moment aangesproken dat deze opmerkingen in ons huis niet welkom zijn. Ik heb hem gezegd: ‘Je bent altijd welkom in ons huis, maar als je komt wil ik dat je geen kwaad spreekt over holebi en transgender personen waar mijn dochter bij staat.’ Ik wil dat hij mijn dochter en de mensen rondom haar respecteert.
Als mensen bevooroordeeld reageren tegenover mijn kind... Dat steekt. Dan probeer ik te denken dat ze niet beter weten, mijn zoon is gelukkig, ik probeer er voor hem te zijn en ook voor anderen, en dat is voor mij veel belangrijker. Ik probeer me er niet door te laten leiden en me slecht te voelen, al doet het wel pijn als zo reageren.
Wanneer ik aan anderen vertel over dat onze zoon homo is, reageerden sommige vaders met ‘de mijne zou zo niet mogen thuiskomen, ik zet hem buiten!’. Maar als we daar dan over beginnen op in te gaan, dan merk je dat het vaak stoere praat is die er eerst uitkomt, en dat ze dan pas achteraf beginnen na te denken. Als ik dan echt argumenteer dan valt dat eigenlijk meestal wel op zijn pootjes. We gaan ook niet blijven pushen, het is jammer als ze er niet over willen praten, je kan niemand dwingen, maar je kan proberen, en dat is wat wij doen.