'Bi', het laatste deeltje van het woord ‘holebi’ betekent eigenlijk ‘twee’. Mensen die bi zijn, vallen op meer dan één genderidentiteit. “Ik ben bi” verstaan mensen vaak als “Ik val op mannen en vrouwen”. Dat kan kloppen. Het kan ook dat dat niet klopt.
‘Man’ en ‘vrouw’ zijn maar twee van een erg lange lijst genderidentiteiten. Er is veel meer dan enkel mannen en vrouwen. Sommige mensen die op meer dan één genderidentiteit vallen, gebruiken daarom liever bi+ om hun seksuele oriëntatie of romantische oriëntatie te beschrijven. Anderen kiezen voor een helemaal ander woord. Zo zijn er mensen die kiezen voor panseksueel/panromantisch, omniseksueel/omniromantisch of polyseksueel/polyromantisch. Sommige mensen noemen zich heteroflexibel of homoflexibel. Zij vallen vooral op één genderidentiteit en maar af en toe op een andere. Queer is net als bi+ een koepelterm. Queer past voor iedereen die zich niet hetero voelt. Ook mensen die zich transgender voelen, kunnen zich queer noemen.
Welk woord je gebruikt, kan veranderen. Ook hoe je je voelt, blijft niet altijd hetzelfde. Je kan je nu homo noemen en later het woord bi gebruiken. Misschien kies je daarna wel voor queer. Dat je nadien een ander label gebruikt, betekent niet noodzakelijk dat het eerdere woord niet klopte. Mensen veranderen. Tot welke personen, karaktertrekken of lichamen je je aangetrokken voelt, kan ook veranderen. Soms kiezen mensen voor een ander woord wanneer hun voorkeuren verschuiven. Dat kan, maar moet niet. Hoe jij jezelf noemt, bepaal enkel jij.
Zit je ergens mee en zoek je een luisterend oor? Praat erover. Dat kan bij ons via chat, telefoon of mail.