Cisgender is de tegenhanger van transgender. Beide hebben te maken met genderidentiteit. Dat is hoe je je voelt, vanbinnen.
Wanneer een kindje geboren wordt, krijgen ouders vaak felicitaties voor hun nieuwe zoon of dochter. Mensen gaan er op dat moment van uit dat kinderen met een penis een jongen zijn. Kinderen met een vagina zijn volgens hen meisjes. Het etiket 'meisje' of 'jongen' dat je op die manier krijgt bij je geboorte, heet 'het geslacht toegekend bij je geboorte'. Heb je het gevoel dat dat etiket klopt bij jou? Dan ben je waarschijnlijk cisgender. Mensen waarbij dat etiket niet of niet helemaal past, noemen zich soms transgender.
Cisgender heeft niet noodzakelijk te maken met je uiterlijk. Net zoals je niet van iemands gezicht kan aflezen of ze hetero zijn, zie je niet altijd wat iemands genderidentiteit is. Ook niet aan iemands genderexpressie. Iemand kan er voor jou niet uitzien als een typisch meisje, maar zich wel zo voelen. Niet alle cisgenders kleden zich zoals je misschien verwacht. Meisjes kunnen net zo stoer zijn als jongens, zonder zich minder meisje te voelen. Niet alle meisjes houden van rokken of make-up. Sommige jongens wel. Dat maakt hen niet automatisch transgender. Dat maakt hen zichzelf.